Belastingrente vervangt heffingsrente

24 juni 2013 - mr. Jan-Marc van Beusekom



Met ingang van 1 januari 2013 is er een nieuwe renteregeling voor de te betalen en te ontvangen rente door de Belastingdienst. De heffingsrente is vervangen door de ‘belastingrente’.

De nieuwe regeling is ingevoerd om sparen bij de Belastingdienst tegen te gaan. De belastingplichtige krijgt meer verantwoorderlijkheid toebedeeld. Door tijdig in actie te komen, kunt u voorkomen dat de nieuwe regeling negatief voor u uitpakt.

Omdat deze nieuwe regeling aanzienlijke (financiële) gevolgen kan hebben, informeren wij u graag als volgt.

Werking

De belastingrente is gelijk aan de ‘wettelijke rente voor niet-handelstransacties’. Deze rente bedraagt nu 3%. Ter vergelijking: de heffingsrente in het 4e kwartaal 2012 bedroeg 2,25%. Voor 2014 is zelfs aangekondigd* dat de belastingrente voor de vennootschapsbelasting hetzelfde wordt als de ‘wettelijke rente voor handelstransacties’ met een minimum van 8% (!) en dat de belastingrente voor de andere belastingmiddelen gelijk wordt aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties, maar met een minimum van 4%.

*) Bijlage A nr. 93 bij het regeerakkoord ‘bruggenslaan’ d.d. 29-10-’12

Periode inkomsten- en vennootschapsbelasting

De periode waarover de belastingrente wordt berekend, begint voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting vanaf 1 juli na afloop van het belastingjaar (even afgezien van een eventueel gebroken boekjaar) en eindigt op de dag voorafgaand aan de dag waarop de aanslag uiterlijk moet zijn betaald, ongeacht of de belastingschuld wellicht eerder werd voldaan. Over aanslagen 2012 wordt dus vanaf 1 juli 2013 belastingrente berekend.

De Belastingdienst krijgt een termijn om de aanslag vast te stellen. Binnen deze termijn wordt over het algemeen geen belastingrente vergoed. Indien voldaan is aan bepaalde voorwaarden is binnen deze termijn ook geen belastingrente verschuldigd. De termijn bedraagt in het algemeen 14 weken na de datum van ontvangst van een verzoek en 19 weken na de datum van ontvangst van de aangifte. Let wel op, want er zijn afwijkende termijnen voor specifieke omstandigheden vastgesteld.

Voorkom te betalen belastingrente

De meest eenvoudige manier om de termijn te beperken waarover belastingrente kan worden berekend, is het tijdig indienen van een verzoek om een voorlopige aanslag. Gelet ook op de aangekondigde verhoging van de belastingrente, loont het de moeite om de hoogte van de voorlopige aanslag(en) goed te (laten) beoordelen!

Periode loonheffingen en omzetbelasting

Voor de loonheffingen en de omzetbelasting wordt de belastingrente berekend vanaf de eerste dag na afloop van het boekjaar tot aan de dag van betaling. Wordt de belasting weliswaar te laat betaald, maar vóórdat er een naheffingsaanslag wordt vastgesteld, dan is geen belastingrente verschuldigd als de betaling binnen 3 maanden na afloop van het boekjaar plaatsvindt. Ook bij een naheffingsaanslag als gevolg van een vrijwillige verbetering die binnen 3 maanden na het einde van het boekjaar is gedaan, wordt geen belastingrente in rekening gebracht.

Te ontvangen belastingrente?

Helaas werken de bepalingen ten aanzien van de door de Belastingdienst te vergoeden belastingrente anders. De Belastingdienst hoeft sinds 1 januari 2013 namelijk in minder situaties dan voorheen rente te vergoeden. Voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting geldt daarbij dat slechts rente wordt vergoed indien:

  • De aanslag later dan 6 maanden na afloop van het belastingjaar wordt vastgesteld (gebroken boekjaren even uitgezonderd);
  • De Belastingdienst daarbij bovendien meer dan 13 weken nodig heeft gehad om een aanslag vast te stellen.Omdat meestal (automatisch) na het indienen van de aangifte een voorlopige aanslag volgt binnen 13 weken, zal de Belastingdienst dus vaak geen belastingrente meer vergoeden.Bij het indienen van een verzoek voor een voorlopige aanslag naar een negatief bedrag, wordt slechts belastingrente betaald indien:
  • De aanslag later dan 6 maanden na afloop van het belastingjaar wordt vastgesteld (gebroken boekjaren even uitgezonderd);
  • De Belastingdienst daarbij bovendien meer dan 8 weken nodig heeft gehad om een aanslag vast te stellen.

Oude belastingaanslagen

Voor oude belastingaanslagen blijft de regeling van de heffingsrente van kracht. Dit betreft onder andere aanslagen inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, loonheffing en omzetbelasting over tijdvakken van vóór 1 januari 2012 en verschuldigde erfbelasting ontstaan vóór 1 januari 2013. Voor het heffingsrentepercentage wordt vanaf 1 januari 2013 ook aangesloten bij het wettelijke rentepercentage voor niet-handelstransacties, net als bij de belastingrente dus.

Invorderingsrente

Naast de belastingrente kennen we ook nog invorderingsrente. Invorderingsrente komt in beeld als u de Belastingdienst te laat betaalt of als een belastingteruggaaf wordt uitbetaald. Invorderingsrente blijft gewoon zo heten en ook in de berekening daarvan verandert niets. Bij een herziening of vermindering van een reeds betaalde aanslag wordt evenwel niet langer invorderingsrente vergoed. Ook wanneer u in een juridische procedure met de Belastingdienst bent verwikkeld (beroep) en u vooruitlopend de aanslag wel al hebt betaald, krijgt u voortaan enkel het teveel betaalde belastingbedrag terug. Een rentevergoeding zit er niet meer in.

Conclusie

Het is van belang dat u op grond van actuele cijfers tijdig een verzoek om een voorlopige aanslag, een voorlopige teruggaaf, een correctiebericht of een suppletie indient. Op die manier kunt u voorkomen dat er onnodige belastingrente in rekening wordt gebracht of dat de periode onnodig oploopt waarin u geen belastingrente vergoed krijgt. Is uw voorlopige aanslag inkomsten- of vennootschapsbelasting te hoog vastgesteld, vraag dan zo snel mogelijk om een vermindering. U kunt uw geld immers beter op uw eigen bankrekening houden, dan rente derven omdat het tijdelijk bij de Belastingdienst geparkeerd staat.

Als u belasting moet betalen, is het verstandig om de voorlopige aanslagen op een redelijk niveau in te schatten of de aangifte zo snel mogelijk maar vóór 1 juli (na het belastingjaar) in te dienen. Als u meer belasting moet betalen dan er op een voorlopige aanslag is aangegeven, dan is het verstandig om deze wijziging vóór 1 mei (na het belastingjaar) aan de Belastingdienst door te geven.

Als u belasting terugkrijgt (of dit verwacht), dan is het verstandig om je aangifte vóór 1 april (na het belastingjaar) in te dienen of een wijzigingsverzoek vóór 1 mei (na het belastingjaar) te versturen.

Vraagstukken over de rentecomponent in relatie tot de fiscale positie, rekentVERDER tot haar expertise. Graag stellen wij in overleg vast of u er verstandig aan doet om een voorlopige aanslag of een voorlopige teruggaaf aan te vragen. Onze contactgegevens treft u hier aan.

VERDER gaat uiterst nauwkeurig te werk. Toch kunnen wij geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor door u op basis van de voorgaande informatie genomen acties. Neem hier kennis van onze disclaimer.