Een boete met de naam ‘belastingrente’

10 februari 2017 - Jan-Marc van Beusekom



Veel bedrijven en organisaties betalen tegenwoordig graag snel hun belastingen

Het tijdig betalen van de verschuldigde belasting van uw onderneming levert al gauw financieel voordeel. Of op z’n minst voorkomt u een fors nadeel.

Dat komt door de wetgeving die sinds 2012 geldt bij het bepalen van de verschuldigde belastingrente. Voor belastingaanslagen over de jaren 2011 en ouder gold nog de heffingsrente.

Een boete met de naam ‘belastingrente’

Moet uw onderneming nog belasting betalen over een afgerond boekjaar? Dan bent u snel een hoge belastingrente verschuldigd. Tenminste, als de Belastingdienst de belastingaanslag oplegt na een bepaalde datum. Daarmee is het zaak om een goede fiscale planning aan te houden. De belastingrente die u verschuldigd bent, begint meestal te lopen met ingang van de zevende maand na afloop van het boekjaar. Praktisch is dat dus vaak vanaf 1 juli van het volgende kalenderjaar (wij veronderstellen hier boekjaar = kalenderjaar). Let wel: belastingrente bent u verschuldigd over de gehele betalingstermijn, ook als u de voorlopige belastingaanslag direct al aan het begin van die periode betaalt (in juli van het volgende kalenderjaar bijvoorbeeld). Een illustratie hiervan leest u in nagenoemde voorbeelden.

Het bedrag van de belastingrente is te beschouwen als een bedrag ter genoegdoening voor de rente die de Belastingdienst misloopt als uw belastingaangifte laat wordt ingediend (of dat nu mét of zonder instemming van de Belastingdienst gebeurt). Voor veel ondernemers voelt het bedrag van de belastingrente daarom aan als een soort ‘boete’. Alle reden dus om deze te voorkomen. Graag leggen we hierna uit hoe dat het beste te doen, maar eerst nog iets over de hoogte van de belastingrente.

Belastingrente = hoge rente

De hoogte van de belastingrente stelt de Belastingdienst periodiek vast. Voor de vennootschapsbelasting is het percentage van de belastingrente gekoppeld aan de ‘wettelijke rente voor handelstransacties’. Voor alle overige belastingmiddelen, zoals inkomsten-, schenk-, erfbelasting, omzetbelasting (btw) en loonheffingen, geldt een koppeling met de ‘wettelijke rente voor niet-handelstransacties’. Daarbij geldt wel een minimum: 8% (!) op jaarbasis voor de vennootschapsbelasting en 4% op jaarbasis voor de overige heffingen. Voor een actueel overzicht van de belastingrentes checkt u de website van de Belastingdienst.

Belastingrente in de vennootschapsbelasting

Zoals opgemerkt, kan over een aanslag vennootschapsbelasting belastingrente verschuldigd zijn. Er hoeft echter in geen geval belastingrente te worden betaald indien uw aangifte vennootschapsbelasting vóór 1 april van het volgende kalenderjaar is ingediend. Door uw aangifte snel te (laten) verzorgen wordt de afdracht van belastingrente dus in ieder geval voorkomen.

De berekening van belastingrente komt wel aan de orde wanneer de aangifte vennootschapsbelasting niet voor 1 april is voltooid én de datum van de voorlopige aanslag die daarop volgt vervolgens ná 1 juli ligt. In dit geval dient er belastingrente te worden betaald over de periode na 1 juli tot zes weken na de dagtekening van de voorlopige aanslag. Wanneer u uw aangifte vennootschapsbelasting dus na 1 april indient en uw voorlopige aanslag onverhoopt pas door de Belastingdienst wordt opgelegd na 1 juli en de aanslag niet afwijkt van de aangifte dan is belastingrente verschuldigd. Wijkt de Belastingdienst bij het opleggen van de aanslag af van de aangifte of legt zij een navorderingsaanslag op (er zijn nieuwe feiten)? Dan wordt belastingrente berekend over de periode na 1 juli tot 1 maand na de dagtekening van de aanslag, óók indien de aangifte voor 1 april werd ingediend. Dat de Belastingdienst voor het opleggen van een voorlopige aanslag bijvoorbeeld drie maanden de tijd neemt is niet uitzonderlijk.

Omdat de Belastingdienst echter de ondernemers die hun aangifte vennootschapsbelasting snel indienen niet onnodig wil confronteren met afdracht van belastingrente wanneer zij zelf ruim de tijd neemt om een voorlopige aanslag vast te stellen, wordt in dergelijke gevallen de periode waarover belastingrente moet worden betaald, beperkt tot maximaal 19 weken na de datum waarop de Belastingdienst uw aangifte heeft ontvangen.

Een voorbeeld

A BV, met een boekjaar gelijk aan het kalenderjaar, dient haar aangifte vennootschapsbelasting in op 12 mei. A BV ontvangt een aanslag vennootschapsbelasting, conform haar aangifte, met dagtekening 21 juli. De hoogte van de aanslag bedraagt € 30.000. A BV moet nu belastingrente betalen over de periode van 1 juli tot 1 september (6 weken na de dagtekening van de aanslag), voor de Belastingdienst zijn dit twee maanden, ofwel 60 dagen. De belastingrente bedraagt dan (60/365) x 8% x € 30.000 = € 394.

Belastingrente in de inkomstenbelasting

Ook over uw aangifte inkomstenbelasting kan belastingrente verschuldigd zijn. Dient u uw aangifte inkomstenbelasting over het voorgaande jaar in vóór 5 april, dan voorkomt u afdracht van belastingrente. Wordt de aangifte inkomstenbelasting na 5 april gedaan, dan bent u over deze aangifte belastingrente verschuldigd. De periode waarover belastingrente is verschuldigd, loopt dan van 1 juli tot zes weken na de dagtekening op de aanslag. Doet u uw aangifte inkomstenbelasting na 5 april, wijkt de voorlopige aanslag daarvan ook overigens niet inhoudelijk af én wordt de aanslag pas na 3 maanden opgelegd? De renteperiode wordt dan – evenals in de vennootschapsbelasting – beperkt tot 19 weken na de datum van ontvangst van uw aangifte.

Een voorbeeld

De heer A dient zijn aangifte inkomstenbelasting over het voorgaand jaar in op 29 april. Zijn voorlopige aanslag inkomstenbelasting wordt opgelegd conform de ingediende aangifte met dagtekening 12 juli. Omdat de heer A zijn aangifte pas heeft ingediend na 5 april is hij belastingrente verschuldigd. De periode waarover hij belastingrente is verschuldigd loopt van 1 juli tot 23 augustus (zes weken na datum aanslag). Deze periode geldt als één maand (gelijk te stellen aan 30 dagen) en 23 dagen, bij elkaar dus 53 dagen. Hierover betaalt hij 4% belastingrente. Over een aanslag inkomstenbelasting van € 10.000 is de heer A zodoende (53/365) x 4% x € 10.000 = € 58 belastingrente verschuldigd.

Onze dienstverlening

Als u vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting terugkrijgt (of dit verwacht) dan is het verstandig om uw aangifte over het voorgaande boekjaar snel in te dienen. Liefst vóór 1 april. Ofwel dient u vóór 1 mei een verzoek tot wijziging van uw voorlopige aanslag in bij de Belastingdienst. Dat kunt u zelf doen bij de Belastingdienst, zowel voor de inkomstenbelasting als voor de vennootschapsbelasting, ofwel laat u uw fiscaal specialist dit verzorgen.

VERDER adviseert u of uw organisatie graag over het beperken van rentelasten, ook in relatie tot uw fiscale positie. Graag stellen wij in overleg vast wanneer u uw aangiften het beste indient en of dat u er verstandig aan doet om een voorlopige aanslag of een voorlopige teruggaaf aan te vragen. Onze contactgegevens treft u hier aan.

VERDER gaat uiterst nauwkeurig te werk. Toch kunnen wij geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor door u op basis van de voorgaande informatie genomen acties. Neem hier kennis van onze disclaimer.