Fondsenwervingsvrijstelling btw
24 december 2013 - mr. Jos van Bavel
Organisaties en instellingen kunnen voor leveringen en diensten die ze verrichten ter verkrijging van financiële steun (fondsenwerving) onder voorwaarden een btw-vrijstelling toepassen. Ze moeten dan voor hun primaire activiteiten reeds zijn vrijgesteld van de heffing van btw en de leveringen en diensten ten behoeve van de fondsenwerving moeten van bijkomstige aard zijn. Dit geldt onder andere voor zorginstellingen, sportverenigingen, scholen en organisaties die werkzaam zijn op sociaal, recreatief of cultureel terrein.
Om ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen te voorkomen, is de vrijstelling beperkt tot een bepaald maximum aan ontvangsten. Voor de fondswervingsvrijstelling btw gelden twee drempelbedragen: per jaar € 68.067 voor leveringen en € 22.689 voor diensten (bij sportverenigingen geldt een drempelbedrag voor diensten van € 31.765; dit zijn de drempelbedragen voor 2013).
De fondsenwervingsvrijstelling btw voor leveringen en voor diensten bestaat naast elkaar. Het kan zijn dat een organisatie voor de diensten boven de drempel komt, maar voor de leveringen onder de drempel blijft. In dat geval zijn de leveringen nog steeds vrijgesteld van btw. Het is daarom aan te raden het onderscheid tussen leveringen en diensten duidelijk vast te leggen in de administratie.
Overigens tellen bij het bepalen of leveringen en diensten van een organisatie onder de drempelbedragen blijven, giften, donaties en contributies in beginsel niet mee. Onder een gift wordt in dit verband verstaan een bijdrage uit vrijgevigheid in geld of natura. Sponsoring geldt meestal niet als gift, omdat er een (reclame)dienst tegenover staat. Meer informatie over het onderscheid tussen gift en sponsoring treft u hier. De vraag of giften aan een stichting of vereniging aftrekbaar zijn voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting hangt veelal samen met de vraag of deze instellingen kwalificeren als ANBI of SBBI.
Wijziging drempelbedrag 2014 voor sportverenigingen
In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2013 is voorgesteld het drempelbedrag voor fondsenwerving bij sportverenigingen met ingang van 1 januari 2014 te verhogen van € 31.765 naar € 50.000. Zodoende blijven veel sportverenigingen vrijgesteld van btw-aangifte en -administratieverplichtingen. Bij besluit van 18 december 2013 is de fondswervingsdrempel voor sportverenigingen opgehoogd naar dit bedrag.
Andere organisaties op sociaal, recreatief of cultureel terrein
De fondswervingsvrijstelling geldt met ingang van 1 januari 2012, ingevolge een eerder besluit (voorloper van het besluit van 18 december 2013), enkel nog voor organisaties waarvan de primaire activiteiten zijn vrijgesteld voor de btw. In een nog ouder besluit was nog een goedkeuring opgenomen op basis waarvan andere organisaties die werkzaam zijn op sociaal, recreatief of cultureel terrein voor hun fondswerving buiten de heffing konden blijven, ongeacht dus de btw-behandeling van hun primaire activiteiten.
Om de oude btw-praktijk in stand te houden en om een btw-richtlijn (EU-)conforme Nederlandse wetgeving te hanteren, zijn amateurtoneel-, amateurmuziek-, carnavals- en kleindierverenigingen per 1 januari 2012 opgenomen in de lijst van organisaties op wie de vrijstelling voor sociale, culturele en recreatieve activiteiten van toepassing is. De prestaties van deze organisaties (voor zover deze als btw-ondernemer kwalificeren) zijn daarmee voortaan van rechtswege vrijgesteld van btw en niet langer enkel op basis van een goedkeuring. Dergelijke organisaties kunnen daarmee voortaan tevens gebruikmaken van de fondswervingsvrijstelling btw.
Tot 1 januari 2012 konden ook zogenoemde wereldwinkels de (oude) goedkeuring toepassen. Na toepassing van een overgangsregeling, kunnen de fondswervende activiteiten van wereldwinkels met ingang van 1 juli 2012 niet langer op grond van voornoemd besluit buiten de btw-heffing blijven.
Kerken, buurtverenigingen e.d. zijn ook voor hun fondsenwervende werkzaamheden met ingang van 1 januari 2012 btw verschuldigd, voor zover deze fondsenwerving althans geen werving van donaties, giften, erfenissen of legaten betreft.
Het detacheren of uitlenen van personeel door zorginstellingen, sportverenigingen, scholen en organisaties die werkzaam zijn op sociaal, recreatief of cultureel terrein, wordt niet als fondswervende activiteit aangemerkt. De organisaties die zich hier mee bezighouden, zullen btw over de opbrengst moeten afdragen aan de Belastingdienst.
Fondswervende organisaties/steunstichtingen
In het oude besluit was een goedkeuring opgenomen voor fondswervende organisaties (bijvoorbeeld een steunstichting bij een vereniging of de ”stichting vrienden van…”). Deze organisaties konden onder voorwaarden vrijgesteld goederen leveren en diensten verrichten. Deze goedkeuring is eveneens per 1 januari 2012 ingetrokken. Tot 1 juli 2012 gold een overgangsregeling op grond waarvan steunstichtingen nog gebruik konden maken van de oude goedkeuring. Sindsdien echter, zullen dergelijke organisaties geen gebruik meer kunnen maken van de vrijstelling. Wellicht dat opheffing voor dergelijke organisaties opportuun is (en het samenvoegen met de ‘hoofd’-organisatie als die laatstgenoemde daarmee onder de vrijstelling voor fondsenwerving blijft). Ook door slechts éénmalig een activiteit te organiseren in een steunstichting kan mogelijk aan btw-ondernemerschap en btw-afdracht worden ontkomen.
Overschrijding grensbedragen
Als de omzet van een organisatie uitkomt boven een grensbedrag, dan is er sprake van een btw-belaste activiteit. Zoals gemeld, gelden de voornoemde grensbedragen voor leveringen en diensten onafhankelijk van elkaar. Dit betekent dat indien één van de grensbedragen wordt overschreden, slechts de ontvangsten in de categorie waarin de overschrijding plaatsvindt (leveringen of diensten), in de heffing van de omzetbelasting worden betrokken. Op grond van “redelijke wetstoepassing” echter, keurt de staatssecretaris van Financiën op basis van de hardheidsclausule voor zover nodig en onder voorwaarde, goed dat ‘een organisatie die één of beide grenzen overschrijdt, in dat jaar in zoverre buiten de heffing van omzetbelasting blijft’.
Voor deze goedkeuring geldt de volgende voorwaarde:
- De overschrijding vindt zijn oorzaak in bijzondere eenmalige omstandigheden of;
- De overschrijding was redelijkerwijs voor een bepaald jaar niet te voorzien.
Als zich dan echter het volgende jaar opnieuw een overschrijding voordoet, moet in dat jaar in elk geval heffing plaatsvinden.
Zonder deze goedkeuring zou het praktisch lastig zijn om hier op correcte wijze mee om te gaan. Als een organisatie er immers bijvoorbeeld in oktober van enig jaar achter komt dat ze een drempel overschrijdt, zou ze voor de overige maanden btw in rekening moeten gaan brengen en over de voorliggende tijdvakken alsnog btw verschuldigd zijn uit haar opbrengsten, welke bij suppletieaangifte zou moeten worden afgedragen?! Uiteraard zou daar dan weliswaar ook een btw-aftrekrecht tegenover staan (aftrek voorbelasting) bijvoorbeeld in relatie tot de inkoop die plaatsvindt, maar een (administratief) herstel van zo’n gewijzigde btw-positie is meestal geen sinecure.
Als een grensbedrag overigens gedurende een boekjaar wordt gewijzigd door de wetgever en het boekjaar van een organisatie niet gelijk is aan het kalenderjaar, dan moet het grensbedrag voor dat boekjaar worden berekend op basis van beide in het boekjaar geldende bedragen naar tijdsgelang.
Tot slot
Wereldwinkels en steunstichtingen dienen er rekening mee te houden dat zij voor hun activiteiten met ingang van 1 juli 2012 in de btw-heffing worden betrokken. Andere organisaties op sociaal, recreatief en cultureel terrein (die niet zijn opgenomen in de vrijstelling voor sociale, recreatieve en culturele activiteiten) worden vanaf 1 januari 2012 in de btw-heffing betrokken.
Onze dienstverlening
VERDER heeft expertise op het gebied van de fiscale regelgeving voor fondswervende instellingen, (sport)verenigingen, zorginstellingen, scholen en (culturele)organisaties. Een juiste toepassing van de fondsverwervingsvrijstelling btw blijft lastig vanwege de vele uitzonderingen. Een blijvend aandachtspunt voor bestuurders en toezichthouders bij het bepalen van de fiscale positie van veel stichtingen en verenigingen. De inperking van de werking van de fondsenwervingsvrijstelling btw per 2012 vindt plaats onder druk van de Europese Commissie. Daarmee is de beleids- en interpretatieruimte om hiervan af te wijken voor individuele inspecteurs naar onze ervaring zeer beperkt. Graag informeren wij uw instelling over de voor- en nadelen en de werking van de fondsenwervingsvrijstelling btw. We gaan hierover graag het gesprek met u aan. Onze contactgegevens treft u hier aan.
VERDER gaat uiterst nauwkeurig te werk. Toch kunnen wij geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor door u op basis van de voorgaande informatie genomen acties. Neem hier kennis van onze disclaimer.