Gift of sponsoring

27 juni 2017 - mr. Jos van Bavel



Naast de particulier, is het ook voor bedrijven en organisaties mogelijk om giften aan (culturele) ANBI’s en Steunstichtingen SBBI, fiscaal in aftrek te brengen. Mits uiteraard de donerende onderneming maar onderworpen is aan de heffing van vennootschapsbelasting (vpb) en afhankelijk van de hoogte van de fiscale winst. Bij giften aan culturele ANBI’s geldt ook voor de donerende onderneming met ingang van 2012 de bonusaftrek van de multiplier, zelfs tot 50% extra afrek! Maar de multiplier mag slechts worden toegepast tot een maximum gift van € 5.000. Lees hier meer over de werking van de multiplier.

Bij een tarief voor de vennootschapsbelasting van 20% tot 25% (tarief 2016), levert de voornoemde culturele gift ten gevolge van de multiplier een voordeel op van maximaal € 625 aan bespaarde vennootschapsbelasting (25% x 50% x € 5.000). Verricht een bedrijf haar bijdrage aan een (culturele) instelling in de vorm van ‘sponsoring’, dan komen de kosten van die sponsoring regulier en geheel als zakelijke kosten voor aftrek in aanmerking.

Daarbij komt dat de sponsorbijdrage aftrekbaar is, ongeacht het fiscale resultaat van de onderneming. Dus ook als de onderneming in enig boekjaar een verlies lijdt. De (culturele) gift daarentegen komt maar tot een maximum van € 100.000 voor aftrek in aanmerking én bovendien slechts voor zover de onderneming winst maakt. Lijdt de onderneming een verlies dan komt een gift in het geheel niet voor aftrek in aanmerking; ook de eventuele multiplier werkt dan niet. Is een schenkende onderneming opgenomen in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, dan is dit feit van invloed op de hoogte van de fiscale winst van de onderneming in een boekjaar en daarmee mogelijk ook op de omvang van de in enig jaar in aanmerking te nemen giftenaftrek. Voor de volledigheid merken wij op dat een ‘gift’ die het kenmerk heeft van een steekpenning nimmer in aftrek wordt toegestaan.

Verschil tussen gift en sponsoring

Bij een gift moet sprake zijn van vrijgevigheid. Het meest in het oog springende verschil tussen sponsoring en een gift, is het feit dat bij sponsoring sprake is van een op geld waardeerbare tegenprestatie die voor de ondernemer een zakelijk karakter heeft. De (culturele) ANBI of Steunstichting SBBI zegt de sponsor bijvoorbeeld toe om naamsbekendheid te geven aan de sponsor of een andere tegenprestatie te zullen leveren. De instelling reikt hiervoor een factuur uit aan de onderneming. Voor de onderneming is met de sponsoring regulier een direct ondernemingsbelang gediend (reclame, naamsbekendheid).

Naar onze ervaring vraagt fiscaal het al dan niet vermelden van btw op de factuur van de instelling de nodige aandacht. Deze verplichting dient volgens de regelgeving te worden bepaald, in de eventuele btw-aangifte van de instelling te worden opgenomen en aan de Belastingdienst te worden betaald. Voor de instelling resteert uiteindelijk een financiële bate exclusief btw. Bij de meeste sponsoren komt de aan hen in rekening gebrachte btw voor aftrek in aanmerking.

Dat een instelling uit de sponsorbijdrage nog een bedrag aan btw moet afdragen, moet wel vooraf worden voorzien. Zo niet, dan dreigt een financiële tegenvaller voor de instelling. Bovendien kwalificeert het regelmatig aanbieden van reclamediensten door een instelling snel als onderneming voor de vennootschapsbelasting. De ontvangen sponsorbijdrage wordt daardoor in beginsel betrokken in de heffing van vennootschapsbelasting. Duidelijk is dat wanneer een ANBI enkel een schenking ontvangt, de btw- en vennootschapsbelasting- gevolgen veelal beperkt kunnen blijven. Veel ANBI’s hebben daarmee een voorkeur voor het ontvangen van giften. Het bedrijfsleven heeft vaak de voorkeur voor sponsoring, omdat dergelijke zakelijke uitgaven fiscaal meestal volledig voor aftrek in aanmerking komen. Dit blijkt ook uit de praktijk: in 2009 bestonden bijdragen van het bedrijfsleven voor € 1,7 miljard uit sponsoring en voor slechts € 4 miljoen uit giften (slechts 0,2%).

Gift door vennootschap niet altijd ook uitdeling

In een besluit van 31 oktober 2016 geeft de Staatssecretaris van Financiën duidelijkheid over de fiscale behandeling van giften door een vennootschap die (ook) de persoonlijke behoefte bevredigen van de aandeelhouder.

Zoals opgemerkt, staat de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 het belastingplichtige ondernemingen onder voorwaarden toe om giften af te trekken van hun fiscale winst. Inherent aan giften is dat zij vaak worden ingegeven door de wensen van de bij deze onderneming betrokken natuurlijk perso(o)n(en)/aandeelhouder(s); giften hebben daardoor subjectieve elementen en een bijzondere positie in de vennootschapsbelasting.

Bij giften die worden ingegeven door de persoonlijke charitatieve behoefte van een aandeelhouder kan discussie met de Belastingdienst ontstaan. Mits ook wordt voldaan aan de voorwaarden voor giftenaftrek uit de wetgeving, spitst een discussie zich veelal toe op de vraag of bij dergelijke giften fiscaal niet eerst een uitdeling in aanmerking moet worden genomen aan de aandeelhouder in privé (dividend) gevolgd door een schenking vanuit privé aan een erkende ANBI of Steunstichting SBBI (welke gift dan eventueel aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting, maar niet voor de vennootschapsbelasting).

De staatssecretaris wil dergelijke discussies voorkomen en geeft in zijn besluit het beleid bij deze vraagstukken. Hieruit blijkt duidelijk dat een gift, verricht door een vennootschap, tot een bepaalde grens niet als uitdeling moet worden aangemerkt.

Giften door een vennootschap, ingegeven door de persoonlijke charitatieve behoefte van de aandeelhouder en binnen de aftrekdrempels de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969, komen voor het gezamenlijke bedrag als giften in de zin van dit artikel voor aftrek in aanmerking. Daarnaast worden de giften niet als uitdeling aangemerkt voor de vennootschapsbelasting, de inkomstenbelasting en/of de dividendbelasting. Bij giften aan fiscaal erkende culturele ANBI’s kan uiteraard onveranderd ook de ‘multiplier’ in aanmerking worden genomen.

Voor giften die de aftrekdrempels uit de wetgeving te boven gaan, geldt wel dat sprake is van een uitdeling voor de vennootschaps-, de inkomsten- en de dividendbelasting. Zijn er zowel giften gedaan die zijn ingegeven door de persoonlijke charitatieve behoefte van de aandeelhouder als ook andere giften, dan mag voor de bepaling van het bedrag dat onder de goedkeuring valt zoveel mogelijk worden toegerekend aan het wettelijke maximum van de drempel voor giftenaftrek in de vennootschapsbelasting.

In het besluit wordt voorts opgemerkt dat de voor giftenaftrek veelal vereiste ANBI-status van de begiftigde instelling in ieder geval met zich meebrengt dat de bij de onderneming betrokken aandeelhouder géén doorslaggevende zeggenschap heeft over de ANBI. Vanuit de optiek van de instelling gelden overigens vergelijkbare fiscaal zwaarwegende eisen.

Betrokkenheid voorop

Steeds weer blijkt dat zowel particulieren als bedrijven (culturele) ANBI’s en Steunstichtingen SBBI financieel willen steunen als ze zich betrokken voelen bij de instelling en haar werkzaamheden. De fiscale aftrekbaarheid van giften of sponsoring is dan vaak geen hoofd- maar welkome bijzaak. Het oproepen van betrokkenheid moet dus bij fondsenwerving voorop staan. Anders komt het niet tot financiële bijdragen. Betrokkenheid levert ook een trouwer publiek, geïnteresseerde en geïnformeerde ambassadeurs voor de instelling. Het maken van de juiste fiscale keuze kan die betrokkenheid optimaliseren.

Conclusie

We concluderen dat de meeste ondernemingen de mogelijkheid van sponsoring verkiezen boven die van de giftenaftrek. De werking van de multiplier bij giften aan culturele instellingen brengt niet een zodanig groot belastingvoordeel, dat een onderneming sinds 2012 giftenaftrek verkiest in de plaats van sponsoring. Het appèl dat de politiek doet en de ruimte die de fiscale regels sindsdien ook bieden aan het ondernemerschap van (culturele) ANBI’s, zorgt er bovendien voor dat de ANBI en de ondernemer zich steeds meer als ondernemers tot elkaar gaan verhouden. Daar past een sponsorrelatie prima bij. Van (culturele) instellingen vraagt dat wel een groter fiscaal bewustzijn.

Fiscaal kan het spannend worden als de betrokkenheid tussen bedrijfsleven en ideële instellingen zo ver gaat als dat de instelling een verlengde wordt van de particuliere belangen van een of meerdere personen of ondernemingen. Het bewaken van deze scheidslijn is fiscaal kritische materie waarbij wij instellingen en ondernemers graag van dienst zijn.

VERDER heeft veel expertise over de fiscale regels bij (culturele) ANBI’s, sponsoring en giftenaftrek. Graag gaan wij over de optimale keuze voor uw instelling of onderneming het gesprek aan. Onze contactgegevens treft u hier aan.

VERDER gaat uiterst nauwkeurig te werk. Toch kunnen wij geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor door u op basis van de voorgaande informatie genomen acties. Neem hier kennis van onze disclaimer.